vrijdag 19 maart 2010

And that's the way the cookie crumbles...






Nadat we Kaikoura hadden verlaten, was het nog niet gedaan met waterpret voor mij. Gelukkig is de ferry tussen het noord en zuid-eiland van Nieuw Zeeland voorzien van een gigantische ferry (lees: hoera, geen kotsemmer!).

Aangezien Wellington de hoofdstad is van Nieuw Zeeland gaan Amanda en ik de politieke toer op. Het parlement bestaat uit een rond gebouw met de naam The Beehive. Nieuw Zeeland is nog het enige land ter wereld waarbij parlementariërs witte pruiken dragen tijdens zittingen (wtf?!) In de grote inkomhal draagt een sculptuur linten van alle landen ter wereld. België is voor een keer zéér goed vertegenwoordigd: een gigantisch lint pal in het midden met de driekleur, foto's van de Brusselse grote markt en rode klaprozen van Flanders Fields, een beetje kant en helemaal in het midden een gigantische foto van Kuifje (blijkbaar filmen ze momenteel de filmversie van Tintin in Wellywood).

Richting Taupo krijgen we dan eindelijk kiwi's te zien, goody. In een kamer met infrarood staan Amanda en ik naar kiwi's te turen, die als onze ogen niet liegen, gemaan aan het poepen zijn. Na de hankypanky begon het manneke maniakaal rondjes te lopen (redelijk komisch aangezien het hoofd en de bek van een kiwi zo vooruitsteken dat je de indruk hebt dat ze voorpoten zouden moeten hebben. Aangezien die er niet zijn, verwacht je elk moment dat hij voorover gaat vallen).
De Kiri-vogel is ook leuk trouwens. Hij ziet eruit als een gewone zwarte vogel maar hij maakt het echte fietfieuw geluid dat menig meisjes doet blozen als jongens hen nafluiten. Toen ik het hoorde, zat ik rond te kijken naar wie er zat te fluiten en vond alleen een zwarte vogel. De deugeniet.

In Taupo laat ik me door Amanda verleiden om voor een van mijn laatste dagen in Nieuw - Zeeland nog eens door de hel van het bungyjumpen te gaan. 47 meter de diepte in richting parelblauw water.
En dan is het gedaan.
Het is tijd om afscheid te nemen van Amanda, en Nieuw Zeeland. Onze laatste ochtend bakken we nog pannekoeken en gebruiken de kaarsje bedoelt voor haar verjaardag ter afscheidviering.
Nog een dikke knuffel en dan zit ik op de bus richting Auckland.

Voor mijn vroege vlucht slaap ik die nacht op de luchthaven (ietwat comfortabeler dan mijn luchthaven-nacht in Darwin, deze had ik wel een bank en een slaapzak) om rond 7u op het vliegtuig richting Sydney te zitten. Back in Sydney, good old Sydney.

Op 22 maart ben ik officieel thuis.
Na 7 maanden en drie dagen. Ik ben even nerveus voor het thuiskomen als ik was voor het vertrekken. Hoe mijn leven thuis zal zijn, is een even groot vraagteken als mijn leven in Australië was voor ik vertrok.
Voor mijn laatste dagen in Sydney is het nu vooral terugkijken op de meest volle, uitdagende en leerrijke maanden van mijn, nog steeds, korte leven.
Nu de meeste mensen op de hoogte zijn van mijn terugvlucht krijg ik veel 'komt ge nu al terug?'-reacties van het thuisfront. Ik had tenslotte altijd gezegd dat ik een jaar naar Australië ging. Maar dat was mijn onvoorbereide, we zien wel-Gitte (die ik nog steeds ben trouwens, misschien zelfs nog meer dan daarvoor). Ik wist niks over leven en rondtrekken in een ander land of over hoeveel dat kost.
En als ik die reacties van mensen krijg, moet ik altijd lachen. Ik heb in 7 maanden tijd 20 000 km afgelegd, 6 vluchten genomen, gebungyjumped, geskydived, geraft, paardgereden, quads bereden, in een helicopter gezeten, in een zorbit gerold, gedoken, gesnorkeld, geskinnydipped, met dolfijnen gezwommen, roadtrips gemaakt, uren gewandeld, in tenten, hutten, luchthavens, auto's, hostels en bij Mauritiaanse families geslapen, kangoeroe's, koala's, krokodillen, kiwi's, wombats, zeeleeuwen, zeehonden en walvissen bekeken en soms overreden (de kangoeroe), als opdienster en poetsvrouw gewerkt, kerstversiering gemaakt in putteke zomer en ben onnoemelijk veel oude/jonge, knappe/lelijke, stomme/leuke en saaie/interessante mensen van over de hele wereld tegenkomen.
Het lijkt alsof ik jaren ben weggeweest.
'Komt ge nu al terug?'. Hahaha....

Maar bon, elk varkentje heeft een staartje en elk verhaal moet eindigen met een einde. Dus bij deze: Gitte ging naar Australië, deed al het bovengenoemde en kwam naar huis. The End. That's the way the cookie crumbles. (...of: kwam thuis, viel aan haar deurstoep over een klomp goud, begon te graven, bleek op een goudmijn te wonen, werd samen met haar familie steenrijk, kocht zichzelf Australië en een harem ridders met witte paarden, en leefde nog lang en gelukkig in een tropische oase totdat ze stierf aan obesitas en jicht en samen werd begraven met haar collectie huis cavias - Ook nog steeds mogelijk...)

PS: mijn volgende blog zal over mijn eeuwig durende vlucht van Sydney naar Brussel gaan en wat dankbetuigingen inhouden, als je bij deze daar nog in vernoemd wil geraken: terugkomcadeaus zijn welkom. danku.

maandag 8 maart 2010

Een dol-fijne dag!




Zo ziet een sperm whale eruit. (niet door bij getrokken)



Een meisje vertelde me ooit dat ze zat in te checken in haar hostel in Hervey Bay, Australie toen de receptiejongen bij het loeien van de sirene bij de brandweerkazerne in Superman-stijl zijn hemd uittrok en het gebouw uitliep. De andere receptioniste zei tegen de verbaasde gasten: "It's a small town, he's a volunteer for the firebrigade..."

Ik herkende dat van ergens: Nieuw- Zealand is totaal anders dan Australie, maar een ding hebben ze gemeen: veel plaatsen zijn ietwat afgelegen om niet te zeggen in het totale niets. In kleine gemeenschappen moeten mensen dus verschillende taken op zich nemen om samen te overleven. Hilarische komedie.

Ik en Amanda hadden ons getrakteerd op een Subway (zie: de Panos) in Te Anau en zaten ons broodje op te eten toen de brandweerkazerne aan de overkant van de straat begon te loeien. Net toen ik wou bijten in mijn Sub of the Day ($3,90 = 1euro 70 cent), kwamen er twee mannen van verschillende kanten op blote voeten aangelopen. Eentje had zijn keukenschort nog aan.

Binnen de vijf minuten kwamen auto's met gierende banden aangereden bestuurd door mannen in pantoffels en pijamabroeken. Ze doken in hun kleding en in de brandweerwagen, om met luide sirene weg te scheren.

Even afgelegen maar iets groter is Queenstown, adrenaline capital of the world. Ik en Amanda hadden beiden het gevoel oude rotten in het vak te zijn (bungyjumpen, check; skydiven, check; raften, check,...). In plaats van helse stunten uit te halen, gingen we met een berglift de heuvel op voor wat panoramafoto's en een ritje op de luge, pret voor oudjes (zelfs ik ben nog in een stuk).

Nog maar nauwelijks aangekomen in Dunedin besloten ik en Amanda naar de peninsula te gaan. Dunidin ligt aan de Oostkust van Nieuw- zealand en heeft een afgelegen stuk strand met wat diertjes, unieke diertjes. Veel zeehondjes en pinguins en ik had al eens vaag gehoord van The Royal Albatros. Dat hij een spanbreedte van drie meter had, was me toch ontgaan (maar niet toen ze over onze hoofden voorbij zweefde). Ik buig nederig het hoofd voor deze royal - you don't want to mess with them. Net als de zeeleeuw trouwens, een hoopje blubber met weinig gevoel voor etiquette maar het loopt blijkbaar sneller dan de mens en wil vaak 'spelen'. A bully on the playground. (maar toen wij ze zagen lagen ze wat te slapen op het strand dus hoefde ik niet weg te lopen van blubberhoop).

Dunedin heeft wat mooie 'oude' gebouwen voortgebracht die perfect op de main street van Disneyland kunnen staan (nee, heb gecheckt, geen kartonnen stellingen). Een Canadees meisje zat eens verwonderd te kijken naar een kerk van 100 jaar geleden in Melbourne en vertelde mij dromerig: " I love old churches..." Ik kon een lachje niet tegenhouden, het was net geen nieuwbouw meer.

Het leukste aan Dunedin bleek toch: de chocoladefabriek.We kregen veel chocolade en zagen een chocolade waterval (uhu). Een leuke dag (totdat ik wat al te ijverig mijn chocola had opgegeten: buikpijn, man). Gelukkig was de klim van de steilste straat ter wereld niet dezelfde dag, al goed.

Lake Tekapo is waarschijnlijk mijn laatste stop in de 'wildernis'. Een wel zeer blauw meer en een geweldige sterrenhemel (met zichtbare melkweg!). Voor medische redenen moest ik ook dit weer bewonderen vanuit de spa (but I'm holding on here).

Christchurch is chilltime, reizen is vermoeiender dan ge denkt (not complaining, mind you). We kwamen aan, net op tijd voor Chinese New Year. Lapionnekes, verlichte draken en visjes in het water (geen echte) en veel chinezen. Amanda heeft me wedergeintroduceerd in het Ierse erfgoed, bier! Als chillen kan naar de film staat naar de film gaan ook niet mis. Alice in Wonderland met groovy 3D bril oeyeah!

Dolfijn- en walvispret in Kaikoura. Gisteren gaan 'whalehunten'. Op een boot, vergezeld door twee andere boten en een helicopter (het leek wel een whale razzia) zaten ze wat rond te hangen op zee (zeeziekte was weer mijn deel) toen er een onzichtbaar signaal werd gegeven en alledrie de boten in een richting begonnen te racen. en inderdaad, een sperm whale kwam bovendrijven (elke uur 10 minuten lang) die zich vrij omsimgeld moest hebben gevoeld (drie boten aan elke kant vol met toeristen en een helicopter die er rond vliegt).
Op de weg terug naar de haven zagen we nog een kolonie Dusty dolfijnen (degene die springen), die we de dag erop terug zouden zoeken.

Vanochtend dus om 5u uit mijn bed om met dolfijntjes te kunnen zwemmen. Ingepakt in een thermische pak met hoofdkap, snorkel en flippers op de boot. We hadden een beetje pech met het vinden van de kolonie, ze zaten ver weg. Bij het instappen had iedereen gelachen toen ik al een kotsemmer nam voordat we vertrokken waren, maar ik wist dat ik me moest voorbereiden. Terwijl ik zeeziekte naar een hoger niveau bracht, kwamen we na meer dan een uur de dolfijnen tegen (zo'n dikke honderd). In onze dikke pakken het water in (nog steeds hartinfarct-koud water) om wat te spelen met dolfijnen. Dolfijnen worden aangetrokken tot geluid dus zat er dertig man in een onnozel pak liedjes te zingen in een snorkel. Maar de moeite waard voor wat gezelschap. Een dolfijn speelde effe met mijn flipper en de rest draaide rondjes rond mij, nieuwsgierig naar dat vreemde pakgeval met snorkel.


dinsdag 2 maart 2010

Shit, een witte vagina en kleine witte puntjes...






Een shitty day met hoofdletter S. Laten we even recapituleren:


- Na een week van pijn in de knie nog steeds een Gitte met Quasimodo walk, lopen doet pijn maar supermarkt en apotheker zijn niet het blokje om

- nieuw gekochte gelpack voor knie ontploft in microgolfoven

- na lang hobbelen richting opticien is hij toe en bril is dus nog steeds kapot

conclusie:
Godverdomme (x 12).

oplossing:

- cry cookies

- geen warmte gelpack voor mijn knie, dan maar in de gratis spa van de hostel (voor medische reden uiteraard) (en wou het nu ook nog lukken dat ik er aan de praat geraakte met een dokter die mijn knie onderzocht en me - gratis en voor niks-
vertelde dat het waarschijnlijk een gescheurde miniscus is, lees: vier weken genezen en niet forceren, anders operatie) Het allergoeie nieuws is: na zo'n ellendige dag kan het echt alleen maar beter gaan, and so it did.

Franz Josef is een dorpje alleen gebouwd voor de toeristen die naar de gletsjer komen kijken. Amanda ging de gletsjer op met een gids, ice axe en twee goeie knieen terwijl ik me naar de voet van de gletsjer waagde (ik vervloekte mezelf voor het vergeten mijn fototoestel dus legde ik mezelf de taak op om mooie beschrijvingen te vinden voor wat ik zag. Toen ik het ongelijke onderstuk van de gletsjer tussen twee groene bergen zag, was het eerste wat in mij opkwam: wow, da lijkt op een witte vagina. Ik dacht dat blijkbaar luidop -en in het engels- waarop een Amerikaanse vrouw me wat geshockeerd aankeek. conservatief mens...

Die avond regende het Cats and dogs (mijn beschrijving: hard) maar dat was helemaal geen probleem. Zo zaten Amanda en ik op een piepkleine tv naar de tweede en derde film van The lord of the Rings te kijken op videocasette (oh glamour).
Na die marathon (6 uur film, man) ging Amanda wandelen en ik hobbelde met haar mee richting het bos naast onze hostel, op zoek naar glowworms. In de pikkedonker werd het bos verlicht door kleine gloeiende witte puntjes. (daar kan je geen foto van trekken dus mijn beschrijving van glowworms: kleine, witte puntjes).

Op weg naar Queenstown stopte we in de vroege ochtend aan een meer dat door de rotte bladeren een zwarte bodem heeft en dus een perfecte spiegel vormt van de omgeving rondom (het bewijs op foto). supermooi. Net als de weg naar Queenstown zelf trouwens. Geen wonder dat hier het meerendeel van Lord of the rings is gefilmd: bossen, bergen, blauwe rivieren.

In Queenstown huurde Amanda en ik onze eigen auto riching afgelegen Milford Sound. De weg ernaartoe is al een belevenis op zich. Hij staat bekend als een van de mooiste routes in Nieuw Zeeland (en ook een van de gevaarlijkste, ma bon) en echt waar, we zijn blij dat we konden stoppen waar we wouden want het bleek vaak zo mooi te zijn dat we in onze ogen wreven om te zien of het wel echt was. Bergen, water, natuur en verder niks, waar ziet ge dat nog?

Na een nachtje in de auto (chance dat de huurcompany ons een upgrade hadden gegeven en we in een grote auto konden slapen) waren we voor alle japaners (yes!) op een ferry in de fjord van Milford Sound. (Beschrijving: een fjord is een stroom van verswater dat richting de zee vloeit en omgeven is door gebergte (denk:watervallen). Milford Sounds is een van de natste plaatsen ter wereld (zelfs Belgie krijgt geen 7m regen per jaar). Dus was het logisch dat ook wij regen en wind trotseerde op de boot, of was het de voorbode van een tsunami? mijn mama stuurde me een sms die ik pas later kreeg doordat ik geen receptie had. De sms zei: ' tsunami warning voor nz, ga niet te dicht bij de zee!' Dat las ik na mijn tripje op zee :). avontuur!




vrijdag 12 februari 2010

Living on the edge, of the world




Nadat ik dan toch mijn vlucht haalde ("Fill in form miss, you have liquids, visa, weapons...") de zon gezien in Auckland, wiehoew.

Auckland is steil langs alle kanten (waarom willen mensen zo graag op een vulkaanwand wonen?) en is heet (niet het weer maar de grond). Auckland heeft 48 vulkanen en ook op hot water beach voel je de warmte van onze aardbol: we (Amanda, mijn deense reismaatje en ik) stonden onze voetzolen te verbranden voor een paar kiekjes in een zelfgegraven put. Beeld u in: allemaal toeristen met een schup die ijverig een halve meter diep graven om de heetwaterbron op het strand te ontdekken.

Iets minder warm (edoch in Middle Earth) was Hobbiton. (alle nerds die dit lezen zijn nu stikjaloers op mij, en voor al die andere: de filmset van Lords of the Rings). De gids vertelde ons leuke gossip from behind the scenes. Hoedat bruggen en huizen gemaakt werden met piepschuim, dat de overheid een vliegverbod over de set uitriep omdat iedereen de filmset wou zien en hoe dat fanatici tijdens de tour soms vloeiend Elventaal spreken. Freaks! Ik moet die films toch maar eens zin, hehe.

Nieuw Zeeland heeft, net als Australië met hun Aboriginals, een eigen inheemse community namelijk de Maori. (Die mannen die hun tong uitsteken en tatoes op hun gezichten hebben)
In tegenstelling met de Aboriginals zijn de maori wel ingeburgerd en leven veel nieuw zeelanders met een beetje Maori mentaliteit.

Zodus gingen we eens kijken in een Maori tempel aan de East Cape (de set van The Whale Rider). Maar wat een spel om daar gewoon binnen te geraken. We moesten een lied uit ons hoofd leren dat we zongen bij onze verwelkoming. We deden onze schoenen uit voor we binnengingen, waarop de Maori vrouw een lied zong en een vertegenwoordiger van de groep een speechke gaf over hoe graag we daar waren. Daarna deden we allemaal een groet waarbij je een hand geeft en tegelijk je voorhoofd en je neus tegen die van de andere drukt. chance dat de uitleg bij het lezen van de houtsculpturen en wandtapijten de moeite waard was...

Maar het coolste tot nu toe was toch nog altijd: wijnproeven, hehe (en ik lust geen wijn, dus hoe neig moet dan wel zijn geweest ;)). Nadat ik Merlot en Chardonnays had overleeft was de groep tipsy genoeg voor een beetje skinnydipping in the ocean (de ochtend daarop vertelde de eigenaar dat hij opgelucht was dat niemand gestoken was door een stingray).
Een pijnlijke ochtend later (6 AM) zaten we met een hangover naar de eerste zonopgang ter wereld te kijken, pretty nice huh?

Maar genoeg romantiek, richting Shithole of the world: Rotorua. alle, dat is toch hoe ik het noem: een stad gebouwd op thermische bronnen. Door heel de stad komt er blubber uit de grond die stinkt naar rotte eieren. If the world was a body, I'm in the buttcrack right now. Maar de mensen die hier leven hebben er blijkbaar geen problemen mee, zo lijkt :)

Ondanks een ietwat slecht ruikende stad zijn ze hier wel actief in Rotorua. Ze zijn namelijk de uitvinders van de Zorbit. jaja. Een luchtbal waar je inkruipt en dan van een berg wordt gerold, goody. Het was ijskoud vandaag maar daar zat ik in een bal met water terwijl mijn wereld rond en rond en ronddraaide, good fun...nee echt.

Iets minder tof was het grootste raftingwaterval te wereld. Hij was tof maar mijn gescheurde kniespier is minder fijn. Maar alle, ik kreeg ook een mep van iemands peddel dus kan mijn lip mijn pijnlijke spier in gezelschap houden :) Ik hou het in vervolg gewoon op ronddraaien in een zorbit :)

maandag 1 februari 2010

Oogbollen, eyeballs, boules des jeux, Kugeln der Aug!

Nadal op groot scherm, opvallend veel vrouwen on Federation Square...
Brisbane, met bruggen...
... en dino's



"Hi, I lost my contactlens and I would like to get a new one."
"We'll have to take all the measurements for that, let's make an appointment."

En zo zit ik de volgende dag bij de opticien voor testjes. In 10 minuten geklaard dacht ik, niets bleek minder waar. Opticiens in Brisbane zijn van een geheel andere slag dan de Belgische breed.
En zo zit ik drie kwartier lang lettertjes te lezen, ultraviolet licht weg te knipperen en met heel mijn vermogen naar dat rooie puntje te staren. Het resultaat was een roterend 3D geraamte van mijn oogbol dat van de opticien die het bestudeerde alleen verontrustende 'hmm' geluidjes kreeg. Nadat ze de druk op mijn ogen mat, vroeg ze: "Are you seeing an optometrist in Belgium?" "euh... yes, I do."
"It seems that you have very curious eyes, I've never seen anything like this before..."

euh
...
"You have a dent on your pupil and extremely high pressure on your eyes. I"ll go an get another machine to test that again."
Een gigantisch machien en een collega die kwam kijken later was de conclusie: "You have very strong eyeballs..." Jolly good.

Met een nieuwe contactlens en ijzersterke oogbollen kon ik dan eindelijk Brisbane aanschouwen. De ochtend begon al goed. Ik zat in The Yellow Submarine, een bouwvallige jeugdherberg waar de passagiers van de ochtendtrein me konden zien 'slapen' wanneer hun trein 20 meter van mijn bed voorbijraasde. Charming.
Brisbane is een stad met veel bruggen, parken, heel warm weer en zoals elke Australische stad gebouwd in het typische vierkant. Verloren lopen is hier echt for dummies.

- Sydney, Canberra, Melbourne, Adelaide, Kangooroo Island, Alice Springs, Darwin, Cairns, Cape Tribulation, Townsville, Magnetic Island, Airlee Beach, Whitsunday Islands, Baloeila, Hervey Bay, Fraser Island, Brisbane -

Time to go home. mmm, of zoiets: richting Melbourne.
Wiehoew, The Australian Open, yeah baby! of toch niet, tennis blijkt nog steeds voor de hogere kaste, dus zit ik met ander gepeupel fanatiek te wezen voor het reuzescherm op Federation Square. De dag van de vrouwenfinale, met Justin Henin, vielen mijn (sterke) oogbollen bijna uit hun kassen: over heel het plein zaten mensen met Belgische vlaggen. In bijna 6 maanden ben ik 6 (!) Belgen tegengekomen en hier groeien ze op een dag als in driekleur gevlagde paddenstoelen uit de grond. Vanonder welke steen komen die gekropen?

Terzelfdertijd, op het kleiner scherm van een tv (sjanske), hebben Doosh en ik ons, eindelijk, ingewijd in de typsiche must-see-when-being-a-backpacker-films: Wolfs Creek and Hostel (met een bunzenbrander oogbollen bewerken: sick minded Tarantino, ik denk even aan mijn sterke oogbollen, there still in). En al lichtelijk getraumatiseerd ga ik ook op zoek naar werk (oh, ze zoeken een topless waitress in Cairns, mmm... maybe not).
Na een weekje werk zoeken in het koude - allez relatief- Melbourne, spring ik voor 12 uur op de bus richting Sydney.

Sydney: de cirkel is rond.
Tijd voor iets nieuws.
Iets nieuws.
Nieuw.
Nieuw Zeeland?

wordt vervolgd (tenzij geattackeerd door bunzenbrander, brr..).





dinsdag 12 januari 2010

Queen of the Whip!



De hamvraag die iedereen mij stelt: hoe was uw nieuwjaar?

awel, we zaten klaar op het strand met papieren hoedjes en serpentines en hadden ons al opgewarmd met bellenblazen en eigen-gemaakt straattheater toen we de laatste tien minuten van 2009, the noughties, werden verrast door: regen. verdoemme.
Dus daar zaten we dan, met z'n allen tijdens een moesson (niet overdreven) op een nat strand met verwelkte hoedjes naar, toch wel, het mooiste vuurwerk te kijken dat ik ooit heb gezien. alle, dus geen warm weer maar alleszins een nieuwjaar om nooit te vergeten.

En dat belooft het nieuwe jaar voor mij wel te worden. Want de laatste week van 2009 werd ik geplaagd door "leaving, you'll regret it." En dus begon ik het jaar met: "ok, I guess I'll stick around a bit longer". Amanda, mijn Deense feestbuddy zei: "Good for you, It's your one shot, do it."

Daarom kijk ik nu uit naar een jaar vol met, ja met wat eigenlijk? Beginnen bij het begin dan maar?

ok, na Cairns ging ik richting een eiland. Thomas Cook noemde het Magnetic Island omdat zijn beide kompassen zot draaide wanneer hij er voorbij zeilde. Ik nam wat tijd om er de koala'a out te checken en zag er zelfs een met een joey ( een babietje), hoe schattig! ( of niet, wist ge dat koala's eigenlijk gemaan stinken?). Ik ging zee-kayaken, op zoek naar schildpadden maar buiten zeeziekte heb ik er niks gevonden, verdomme. Ach geen nood, ik zie ze wel op de Whitsundays. ok, richting Whitsundays dan.

"Where is the busstop?"
" You see that bench over there?"
"...yeah."
" That's the busstop"
"ow."

Richting Whitsundays dan. Op weg naar Airlee Beach, waar ik en Phil de ferry zouden nemen, kwamen we voorbij het stadje Bowen. De buschauffeur zei; " This was the set for the film, Australia. Instead of filming in Darwin, they shot the harbour scenes over here. The town likes to be famous, as you can see..." Waarop we in de verte een berg zagen met een constructie in witte letters, Bowenood.

De whitsundays en vooral het strand Whitehaven staat bekend als postkaart-mooi. Het is het derde mooiste strand volgens National Geographic, uhu. De beste manier om hiervan te genieten is door te gaan zeilen. uhu, uhu. Dus ja, wa moet ge dan doen? Ik zag me genoodzaakt mijn bikini aan te trekken, mijn zonnebril op te zetten en mijn voetjes over de rand van de zeilboot te hangen, zoals Jacky Kennedy in Cannes. Of zoiets. want glamour is moeilijk te zoeken op een boot genaamd Hammer (denk: -time). Romantiek, das dan weer iets anders. `s Avonds ver weg van alle beschaving lag ik op het zachte zeil naar de mast te kijken. Hij wiebelde op de kalme golven en wijzde daarbij naar de adembenemende sterrenhemel. Ik heb nog nooit zoveel sterren gezien. Een jongen van de zeilcrew vertelde ons over de zodiac-tekens, Oreon, Beetlejuice, Bellatrix,... Ik lag daar, op mijn zeil, met kippenvel. En het was niet koud...

De volgende ochtend sprongen we van de boot voor wat snorkelen (als ge dan toch aan het Great Barrier Reef zit, he?) We hadden wat brood mee om exotisch vissen te lokken, en dat is... aardig gelukt. Een kerel van onze groep kreeg bijna een hartinfarct toen hij tussen de kleine visjes een, ma echt, gigantische groene vis op zich af zag komen. Hij wou ook wat brood. (Met gigantich bedoel ik anderhalve meter.) Het enige wat die arme jongen kon doen was walrus/vis aaien toen die 2 cm voorbij hem zwom. wow.

Na de Whitsundays was het effe tijd voor wat land aan zicht. Een Cattle Station in Baloeila, wat Aboriginal is voor ' witte kaketoe'. Geiten, lasso's, schijfschieten, cowboy-hoeden, yiha!
Ik bleek daar aardig mijn man te staan op een mechanische bull, met een zweep en te paard. I'm a true cowgirl, but you can call me Queen of the Whip. Muhaha!

Maar bon, het is The East Coast voor iets, dus terug naar water. Fraser Island is het grootste zand eiland ter wereld en de enige plaats waar er rainforest uit zand groeit. Dat betekent Four Wheel Drive! wiehoew. Nadat de mannen van de huurauto zeiden: " No shagging on the front of the car, don't leave food in your tent; dingoes can be dangerous and we strongly advise you not to swim in the sea because of jellyfish, strong current and Tiger-sharks." okeej.

So off we go, al hobbelend en bobbelend, knotserdeknots in het zachte zand op zoek naar prachtige helderblauwe, veilige verswaterbronnen. en we found them alright. Lake Wabby is 80 m diep en is bereikbaar nadat je een gigantisch duin hebt afgelopen, of gerold. Zoals ik in mijn volle enthousiasme wou demonstreren. Buiten enthousiasme demonstreerde ik ook mijn borsten, die tijdens het rollen uit mijn bikinitop floepte. Now that's Roll& Rock! (en ook een beetje genant :))

En nu, time to unwind in Brisbane. en denken aan geld sparen/verdienen. En om die allerlaatse vraag te beantwoorden; ik weet niks; niet wanneer ik terugkom, waar ik voor de rest van het jaar ga zitten of wat ik er na ga doen. En weet ge wa? Das allemaal ok, ik vind da nie erg.




PS: The hardest thing is getting up again...

zondag 20 december 2009

MERRY Christmaaaaaaaaa.....






Cairns on christmas eve, van Adelaide naar Darwin, 5000 km in 7 dagen, 4 dagen Tropen en veel adrenaline later...

Opstaan om 4u30 doet mij niks meer. Het is slechts een faits-divers in mijn dag. Zo ook op mijn laatste ochtend in Adelaide.
De bus chauffeur zei alleen: " It's gonna be a lot of driving today, do whatever you have to do to stay sane." okay...

Mijn manier bleek door overdreven geïnteresseerd te blijven in het eeuwig eentonige landschap - struikje, niks, struikje, niks, struikje,...- en de veranderingen toe te juichen: "woow, een road train, wooow, wat een super lange trein, wooow een lange gasleiding!" Ik was doodop na 900 km. Gelukkig voor mij, kon ik ook direct in mijn grot kruipen voor wat slaap. Zo gaat dat in Coober Pedy, the Opal capital of the World. Je graaft een grot, je verkoopt alle waardevolle stenen die er zitten en propt er wat meubels in en je hebt een huis in de woestijn dat een constante temperatuur heeft van 24 graden.

De volgende dag weer zot veel rijden, effe een continent doorkruisen lijkt gemakkelijk op papier maar blijkt zoveel verder in realiteit. We reden voorbij verschillende cattle station, "This one is as big as Belgium, run by 20 people".

woohoow, Alice Springs in zicht! Mannen met cowboyhoeden, vrouwen met leren boots, aborginals die geld bedelen, kortom sfeer to the limit. Het is ook de stad waar de de enige boatrace op aarde plaatsvindt die werd afgeschaft wegens water. Die mannen lopen jaarlijks met hun zelfgemaakte vlot om ter snelst de droge vallei in en diegene die eerst beneden is, wint. Maar nu wou dat toch lukken dat het vorig jaar had geregend en de vallei een meer werd waardoor ze daadwerkelijk met hun vlot moesten varen, wat blijkbaar een te eng idee bleek.

Maar bon, van Alice Springs richting Yulara, waar de meest gefotografeerde berg ter wereld staat, Uluru of Ayers Rock, een heilige plek voor Aboriginals. Dat is weer 900 km, heen en terug, goody.
Overdag in de hitte Kings Canyon beklommen ("I think Im having a heart attack") en 's avonds sunset op Uluru bewonderd. Hondsmoe kropen we in een swag (een soort tent rond je slaapzak waardoor je in de openlucht slaapt, "haha, very funny guys, stop throwing things at me" "euh, we werent throwing things at you..." "shit, that was a grasshopper").
Om exact 3u45 moesten we opstaan voor the sunrise op Uluru, het toeristengebeuren in Australië, hetgene wat je op alle postkaarten ziet; huphup
Wat me opviel waren de ziljoenen toeristen die zoveel verwachten van het hele gebeuren, kleurtjes die veranderen enzo. Het is even cool hen in het oog te houden dan de echte sunrise op Uluru.

Om 5 u 's ochtend na terugkomst in Alice Springs stond ik me te douchen op de gelijkvloers toen ik een aborginal door mijn raam zag kijken, zelfs toen ik zei: "Hey, I can see you, you know" bleef hij mij aangapen. Uiteindelijk sprong hij over een hek toen iemand van de receptie na mijn klacht ging kijken. You think they should invest in curtains...

Na the rockmania, time to go Tropo. Een echt gebruikte term voor mensen die in het niemandsland wonen tussen Alice Springs en Darwin en daar serieus gek worden van de hitte en de eenzaamheid, maar vooral van de verveling. Zo zagen we een kerel die voorwerpen verzamelde van over de hele wereld, zen hele cafe vol, een kerel die zijn tankstation tot UFO capital of the world verklaarde omwille van zijn vele alien ontmoetingen en blijkbaar was er een kerel die uit verveling kakkerlakken van zijn plafond schoot met een jachtgeweer, gewoon zomaar...

Ter hoogte van Katherine begon beschaving ietwat tekenen van bestaan te tonen. We gingen er zwemmen in warmwaterbronnen met freshwater-krokodillen (de kleintjes die vis eten) Truly, paradise on earth, aah...

Sheldon, onze gids/chauffeur/hunk vertelde me dat aboriginals in hun taal de blanke mens nog steeds witte termietenheuvel noemen. Sinds de komst van de Japanse toeristen zijn ze een beetje verward aangezien Japaners weinig op blanken lijken. Daarom noemen ze hen nu witte termietenheuvels, zonder ogen. hihi...

Katherine is bekend voor zijn overstromingen in the wet season. Dan vinden ze salt water krokodillen (de gevaarlijke) waar het water gaat: op de weg en in zwembaden. Blijkbaar vond de manager van de supermarkt bij het opmeten van de waterschade in zijn winkel een krokodil in de groenten- en fruitafdeling. So he was a vegetarian then.

Na het tweede verkeerslicht in 1500 km kwamen we aan in Darwin, alias de Tropen. Ademen gaat moeilijk en zweten gemakkelijk. Het is alsof je vastzit in de kleedkamers van een zwembad, hot and steamy.

Alsof dat nog niet erg genoeg was, werd de trip naar Kakadu National Parc er niet beter op: hot, steamy en nog eens ziljoenen vliegen erbij. Ik zag mensen echt kwaad worden van de vliegen, echt nie schoon...maar de watervallen waar we gingen zwemmen werkte wat beter op ons humeur en terecht, garden of Eden.

Als een echte backpacker slapen op de luchthaven en richting Cairns en de East Coast: sun, palmtrees and beaches, here I come.

En er al direct invliegen, vrij letterlijk, in de vorm van skydiven. Ik werd vastgemaakt aan een stinkende kerel (doch zeer vriendelijk) en had gezelschap van twee meisjes die al van voor het vliegtuig opsteeg occasioneel gilden. ("You were so quiet" "Because you were so loud")

"They ll go first and than we follow, alright?" "Sure"

Toen we op 14,000 voet zaten, werd de deur geopend en zei die kerel opeens: "we're going first" "what? euh... ok." Voor ik het wist hing ik met mijn voeten uit het vliegtuig en wat volgde was oorsuizingen, koude lucht, vlinders in de buik en veel lachen...

De dag erop ging ik wild water raften, in case somebody thought i was slacking... De Tully rivier is waarschijnlijk een van 's werelds coolste wildwater rivieren, truly amazing. wat ongeveer een perfecte samenvatting is van de afgelopen twee weken.

Voor diegene die deze zin lezen: jullie hebben de hele blog-update gelezen, wat bewonderenswaardig is, aan jullie een Sweaty Merry Christmas vanuit Cairns!